#WarmsteWeek: Brouwerij Haacht-medewerkers zamelen €3.176 in

22 Dec 2019

Bedrag gaat integraal naar vzw Spierziekten Vlaanderen

Ter gelegenheid van de Warmste Week hebben de medewerkers van Brouwerij Haacht 3.176 euro ingezameld voor de Warmste Week. Tussen 13 en 20 december 2019 kochten ze massaal leuke hebbedingen via de gelegenheidsshop van Brouwerij Haacht. De volledige opbrengst daarvan wordt gedoneerd aan de vzw Spierziekten Vlaanderen.

De actie werd op 13 december afgetrapt met een verkoopstand op de eindejaarsreceptie voor het personeel. Om de medewerkers te motiveren en hen te sensibiliseren over de spierziekteproblematiek, werkte het bedrijf een interne campagne uit rond drie collega’s die aan een spierziekte lijden.

“Binnen Brouwerij Haacht zijn we helaas al verschillende keren geconfronteerd met ernstige ziektes die de bewegingsmogelijkheden aantasten”, verklaart marketingdirecteur Boudewijn van der Kelen. “Zo hebben we een collega met ernstige reuma en lijdt ook iemand aan het syndroom van Guillain‐Barré. Een andere collega strijdt dan weer tegen een heel zeldzame vorm van ataxie. Die drie verschillende aandoeningen hebben elk op hun manier een enorme impact op hun dagelijkse leven. Het is mooi om te zien dat hun verhalen ons hele team van ruim 400 medewerkers inspireerden om zo vrijgevig te zijn en dat ze het warme, familiale karakter van ons bedrijf in de verf zetten.”

Ataxie uit de anonimiteit

Siao-Fong King is zaalmedewerkster in Brasserie Brouwershof, dat deel uitmaakt van Brouwerij Haacht. Fong erfde de zeldzame vorm van ataxie, meer bepaald SCA3, van haar vader. Als gevolg daarvan verzwakken haar spieren almaar en ziet haar toekomst er niet rooskleurig uit. “De ziekte is momenteel niet behandelbaar”, vertelt ze. “Er gebeurt internationaal nog te weinig onderzoek naar, in België zelfs zo goed als geen. Daarnaast zijn ataxie SCA3 en zijn symptomen ook onbekend bij het grote publiek. Daardoor reageren mensen soms vreemd, omdat het lijkt alsof ik te veel gedronken heb. Door er openlijk over te praten, hoop ik voor mezelf en mijn lotgenoten meer begrip voor de ziekte te kweken.”